Afgelopen week maandag 11 november speelde het achttal van 3-Torens tegen het tweede achttal van Messemaker in het kader van de RSB Competitie. Na een succesvolle eerste speelronde tegen Erasmus 3 gingen wij met volle moed naar Gouda voor speelronde 2. Ikzelf speelde met zwart tegen Frank Michielen in wat achteraf een bijzondere partij bleek.
Frank opende met e4, die ik beantwoordde met c6. Een Caro-Kann spel dus, dat in de Campones Attack variant terecht kwam via 2. d4 d5 3. Pc3 Pf6. Theoretisch gezien is dit niet het meest precies, maar ik had de opening van tevoren voorbereid en schatte mijn kansen dus niet slecht in. Mijn tegenstander schoof zijn pion door, waarna ik 4. … Pfd7 speelde. De computer geeft vanaf dat moment een voordeel van +1.1 aan wit, mits wit nadien achtereenvolgens Ph3, Pg5 en Pxf7 speelt en dus zijn paard op zet 7 offert voor een pion. Mijn tegenstander speelde gewoon de menselijke zet met 5. f4. Vervolgens kom je in deze variant doorgaans in een stelling terecht met een gesloten centrum waarin zwart veel stukken heeft op de damesvleugel en wit veel druk kan uitoefenen op de koningsvleugel met onder andere het doorschuiven van de f-pion.
Na 15 zetten hadden mijn tegenstander en ik beiden kort gerokeerd, onze stukken ontwikkeld en waren we de openingsfase doorgekomen. Wit had een voordeel van +0.8, mede omdat ik zat opgescheept met een aantal zwakke donkere velden op de damesvleugel nadat ik een beetje voorbarig met mijn pionnen ruimte had gepakt. Op zet 16 schoof ik mijn a-pion door naar a5, waarna mijn tegenstander vrij snel met zijn paard mijn nu ongedekte pion op b5 pakte, ook nog eens met een tempo op mijn dame. Oei, dat had ik even finaal over het hoofd gezien. De computer geeft de partij nu volledig aan wit, maar zo snel zou ik het niet bij de pakken neer zetten. Hierna maakte mijn tegenstander een aantal kleine foutjes en hield ik langzamerhand meer tijd over op de klok dan mijn tegenstander.
Op zet 20 plaatste Frank zijn paard midden in mijn stelling op d6. Dit is verassend genoeg de beste zet, ondanks dat zwart hier uiteindelijk een pion wint en direct tegenspel van wit niet te zien is. Na enig rekenen kwam ik er op uit dat ik na 20. … Lxd6 en tussenzet 21. Lb5 mijn dame moest verplaatsen om mijn loper te blijven dekken. Ik kon kiezen uit Dc7 en Dc5, de laatste rechtstreeks in de lijn van de loper van wit. Dat vergde wel wat rekenwerk, want met een foute berekening zou de partij direct over zijn. Uiteindelijk kwam ik er op uit dat na beide zetten dezelfde stelling zou ontstaan, maar dat Dc5 veel gevaarlijker was. Mocht wit namelijk mijn dame slaan met zijn loper, dan zouden alle variaties ertoe leiden dat ik minstens een stuk voor zou komen te staan. Mijn tegenstander zag dit ook en trapte er dus niet in. De partij verliep volgens de computer in balans in de zetten erna.
Naarmate de tijd van mijn tegenstander en die van mijn omlaag ging, ging de nauwkeurigheid ook van het spel af. Dit leidde ertoe dat ik een kwaliteit moest opgeven. Gelukkig zat ik vanaf dat moment wel aan het roer in de partij, omdat mijn stukken beter gecoördineerd waren en ik sneller dreiging kon creëren. Inmiddels stonden we op de andere borden 4-2 achter en speelden enkel Martin en ik nog onze partij. Mocht ik met een risicovol aanvalsspel nog kunnen winnen, dan zouden we als team nog op 4-4 kunnen komen. Genoeg reden voor mij om dwars door het midden de stelling op te breken met 26. … d4. Wit stond nog altijd beter, maar moest wel foutloos spelen en langzamerhand zijn stukken goed coördineren. Op zet 30 had ik kunnen proberen om voor een remise te gaan door een herhaling van zetten, maar dat zou betekenen dat 3-Torens niet meer een matchpunt zou kunnen gaan halen. Ik speelde dus nog even door, en had vooral veel dreiging met mijn dame, paard en loper.
Mijn tegenstander en ik kwamen nu beiden op zo’n rond de 5 minuten resterende speeltijd in een spannende stelling. Op zet 32 was de beste zet voor wit om de kwaliteit terug te geven via 32. Txe4 Lxe4, waarna de computer 0,00 aangeeft. Mijn tegenstander speelde echter 32. De2, waardoor ik voor het eerst in de partij een groot voordeel zou kunnen pakken indien ik 32. … d3+ speelde. Ik zag de zet, maar dacht dat er na 33. De3 niks meer in zou zitten. Een grote gemiste kans helaas, want na 33. De3 zou d2 de mokerslag zijn. Veel verschillende variaties volgen, waarin de pion zou promoveren na een opgeofferde dame bijvoorbeeld, maar het beste vervolg voor wit is 33. Te2 Dxb5. Helaas speelde ik met nog luttele minuten op de klok in plaats van d3+ 32. … f5 en zette ik mijn paard vast op e4. Dit was echter de verkeerde zet, wit kon daarna binnen enkele zetten het spel overnemen en uiteindelijk de partij definitief naar zich toe trekken.
Daarmee zonk het schip voor 3-Torens tegen Messemaker 2. Ook Martin verloor uiteindelijk op bord 1, waardoor de wedstrijd eindigde in 6-2 voor de thuisploeg. Op 13 januari van het nieuwe jaar volgt de volgende ronde van het achttal thuis tegen De Pionier 2, wat ongetwijfeld weer spannende partijen zal opleveren.